WINTERREGELS

Golfen in de winter

Periode 1 november tot en met 30 april.

Om het spelen in de winter iets gemakkelijker te maken, zijn er meerdere golfregels die je kunnen helpen:
1. Plaatsen
2. ‘Modderregel’
3. Ingebedde bal
4. Tijdelijk water
5. Sneeuw, ijs of hagel
6. Uitwerpselen

Wanneer zijn deze regels van toepassing?
Plaatsen: wanneer plaatsen is toegestaan, wordt dit vermeld op het mededelingenbord.
‘Modderregel’: vanaf 1 november tot nader bericht.
Ingebedde bal: het gehele jaar
Tijdelijk water: het gehele jaar
Sneeuw en ijs: wanneer aanwezig
Uitwerpselen dieren: vanaf 1 november tot nader bericht

Nadere toelichting:

Plaatsen: (tijdelijk plaatselijke regel E3)
In de periode van 1 november tot en met 30 april mag een golfclub zelf beslissen wanneer plaatsen is toegestaan. De NGF is er geen voorstander van als op 1 november het bordje “plaatsen”  verschijnt en deze de gehele periode staat.
Wanneer plaatsen is toegestaan, wordt dit vermeld op het mededelingenbord en blijft gedurende de gehele periode staan.
Een bal die in het algemeen gebied gemaaid op fairwayhoogte ligt, mag zonder straf worden verplaatst of opgenomen en worden schoongemaakt. De speler mag een bal plaatsen binnen 15 cm van de plaats waar deze oorspronkelijk lag, maar niet dichter bij de hole. De speler mag de bal eenmaal verplaatsen of plaatsen en nadat de bal is verplaatst of geplaatst is hij in het spel.

Modderregel: (tijdelijk plaatselijke regel E2)
Als er door natheid veel modder aan de bal kleeft, mag de bal in het algemeen gebied zonder straf worden opgenomen en schoongemaakt. De bal moet worden teruggeplaatst.

Ingebedde bal: Regel 16.3
Deze regel geldt alleen in het algemene gebied.
Een ingebedde bal is een bal die is ingebed in zijn eigen pitchmark. Zo’n bal mag het hele jaar opgepakt, schoongemaakt en gedropt worden zonder straf.

Tijdelijk water: Regel 16
De regel voor tijdelijk water geldt ook het hele seizoen maar na de zomer hebben we er vaker mee te maken. Als je bal in een plas ligt of je voeten staan in een plas als je moet slaan, dan mag je de bal oppakken. Bepaal het dichtstbijzijnde punt waar geen water meer staat en drop daar een bal binnen één stoklengte. Je mag je bal schoonmaken voordat je dropt.
Tijdelijk water op de green en in de bunker mag je ook ontwijken.
Tijdelijk water mag je zonder straf ontwijken.

Sneeuw, hagel en natuurlijk ijs:
Zijn losse natuurlijke voorwerpen, of wanneer ze op de grond liggen, tijdelijk water. Dit naar keuze van de speler.
Rijp en dauw zijn geen losse natuurlijke voorwerpen (omdat het aan het gras kleeft) en mag je dan ook niet wegvegen op de green.

Uitwerpselen van dieren: (Tijdelijke plaatselijke regel F.12)
Uitwerpselen van watervogels mogen naar keuze van de speler worden behandeld als:
– een los natuurlijk voorwerp dat mag worden verwijderd volgens Regel 15.1; of
– grond in bewerking waarvan ontwijken is toegestaan volgens Regel 16.1.

Tijdelijke plaatselijke regels. Geldig tot nader bericht.

Door de vele regens zijn er op meerdere plekken in de fairway kale plekken. Deze zijn tot GUR verklaard. De plekken zijn niet gemarkeerd met blauwe palen, of witte lijnen, doch de locatie is beschreven. De grenzen van de kale plekken zijn duidelijk zichtbaar.
Wij adviseren de speler en tegenstander in onderling overleg het juiste referentiepunt vast te stellen.

Onderstaand de beschrijving van de locatie.
Heuvelbaan

  • Hole 11. Rechterzijde van het talud naar beneden vanaf 100m markering (waar voorheen struiken stonden) zijn meerdere slechte plekken tot de afslagplaats naar hole 12.
  • Hole 13. Aan de rechterzijde ligt in de rough een in stukken gezaagde boom: GUR.
  • Hole 18. Links naast de green meerdere plekken.

Parkbaan

  • Hole 2. Na de afslagplaats voor de frontale hindernis: enkele kale plekken.
  • Hole 5. Linkerzijde van de green, op ongeveer 3 meter van de laterale hindernis
  • Hole 7. De boom aan de linkerzijde, in stukken gezaagd, is GUR.
  • Hole 9. Vanaf de afslagplaats langs het asfalt pad naar de drie bomen: enkele plekken.

Griend- & Heuvelbaan

 

A-5
Buiten de Baan
De grens van de baan wordt gemarkeerd door witte palen.
De Heuvelbaan wordt doorkruist door openbare fiets- en wandelpaden. Deze geasfalteerde paden zijn buiten de baan. Een bal die tot stilstand komt op of voorbij bovengenoemde paden is buiten de baan, zelfs als deze tot stilstand komt op een ander deel van de baan dat binnen de baan is bij het spelen van andere holes.

B-1
Hindernis
De rode hindernissen op hole 1 t/m 4, links en achter de green van hole 7, alsmede rechts bij het pad van de holes 10 en 11 zijn maar aan een kant gemarkeerd en strekken zich uit tot het oneindige.

B-4.2
Greppels
Alle greppels moeten worden behandeld als onderdeel van het algemene gebied en niet als hindernissen.

E-1.1
Droppingzones
Als een bal in de rode hindernis ligt in het gebied achter de green van hole 3, gemeten vanaf de brug aan de rechterzijde tot aan de droppingzone aan de linkerzijde, of achter de green van hole 5, of als het bekend of praktisch zeker is dat een bal die niet is gevonden in die hindernis tot stilstand is gekomen, mag de speler met bijtelling van één strafslag de hindernis ontwijken:
– volgens Regel 17.1;
of
– door de oorspronkelijke bal of een andere bal te droppen in de droppingzone aan de linkerkant van de green. Deze droppingzone is een dropzone zoals bedoeld in Regel 14.3.
De droppingzone is twee stoklengtes diep gemeten vanaf het bordje.

E-5
Verloren bal of Out of Bounds
Als de bal van een speler niet is gevonden of als het bekend of praktisch zeker is dat deze buiten de baan is, dan mag de speler, in plaats van de procedure van slag en afstand toe te passen, als volgt handelen: met twee strafslagen de oorspronkelijke of een andere bal droppen in een dropzone.
Er zijn twee bij benadering vastgestelde referentiepunten:
– Bal-referentiepunt: het punt waar de oorspronkelijk bal vermoedelijk tot stilstand is gekomen of de grens van de baan heeft gekruist.
– Fairway-referentiepunt: het punt op de fairway dat het dichtst bij het bal referentie-punt ligt.
Deze plaatselijke regel is niet van toepassing als er een provisionele bal is gespeeld; alsmede bij de clubkampioenschappen.

E-10.1
Bescherming van jonge aanplant
Aangepaalde bomen zijn verboden speelzones. Als er sprake is van belemmering door aangepaalde bomen, moet de speler die belemmering ontwijken volgens Regel 16.1f of Regel 17.1ee.

F-1
Grond in bewerking (GUR)
GUR is gedefinieerd door een blauwe lijn en/of blauwe paaltjes mag ontweken worden conform regel 16. Het is echter niet toegestaan GUR te betreden als er een bordje ‘verboden te betreden’ staat.

F-17
Vaste obstakels
Alle wegen en paden op de baan, ook als deze niet kunstmatig verhard zijn, worden beschouwd als vaste obstakels waarvan ontwijken zonder straf is toegestaan volgens Regel 16.1.

Tijdelijke Plaatselijke Regels
Indien van toepassing: zie het mededelingenbord en de website.

Straf voor overtreding van een plaatselijke regel:
Algemene straf.

Waarschuwing
Het is verboden om af te slaan als er zich personen bevinden op de paden ter linker- en/of ter rechterzijde van de hole.

Welke afslagplaats gebruiken?
Gebruik de afslagplaats die bij de lengte van uw slag past. Dat geeft meer speelplezier en zorgt voor een beter doorstroming op de baan

 

Parkbaan

A-5
Buiten de Baan 
De grens van de baan wordt gemarkeerd door witte palen.
De Parkbaan wordt doorkruist door een openbaar fiets- en wandelpad. Dit geasfalteerde pad is buiten de baan. Een bal die tot stilstand komt op of voorbij bovengenoemd pad is buiten de baan, zelfs als deze tot stilstand komt op een ander deel van de baan dat binnen de baan is bij het spelen van andere holes.

B-1
Hindernis
De rode hindernissen op hole 1, 4 en 5 zijn maar aan een kant gemarkeerd en strekken zich uit tot het oneindige.

B-4.2
Greppels
Alle greppels moeten worden behandeld als onderdeel van het algemene gebied en niet als hindernissen.

E-5
Verloren bal of Out of Bounds
Als de bal van een speler niet is gevonden of als het bekend of praktisch zeker is dat deze buiten de baan is, dan mag de speler, in plaats van de procedure van slag en afstand toe te passen, als volgt handelen: met twee strafslagen de oorspronkelijke of een andere bal droppen in een dropzone.
Er zijn twee bij benadering vastgestelde referentiepunten:
– Bal-referentiepunt: het punt waar de oorspronkelijk bal vermoedelijk tot stilstand is gekomen of de grens van de baan heeft gekruist.
– Fairway-referentiepunt: het punt op de fairway dat het dichtst bij het bal referentie-punt ligt.
Deze plaatselijke regel is niet van toepassing als er een provisionele bal is gespeeld; alsmede bij de clubkampioenschappen.

E-10.1
Bescherming van jonge aanplant
Aangepaalde bomen zijn een verboden speelzone. Indien er sprake is van belemmering door aangepaalde bomen, moet de speler die belemmering ontwijken volgens Regel 16.1f of Regel 17.1ee.

 F-1
Grond in bewerking (GUR)
GUR is gedefinieerd door een blauwe lijn en/of blauwe paaltjes mag ontweken worden conform regel 16. Het is echter niet toegestaan GUR te betreden als er een bordje ‘verboden te betreden’ staat.

F-17
Vaste obstakels
Alle wegen en paden op de baan, ook als deze niet kunstmatig verhard zijn, worden beschouwd als vaste obstakels waarvan ontwijken zonder straf is toegestaan volgens Regel 16.1.

F-1
Kunststof afslagmat:
Een kunststof afslagmat is een integraal onderdeel van de baan, wanneer in gebruik als afslagplaats.
Als de afslagplaatsen op de teeboxen staan, zijn de kunststof afslagmatten en/of de stenen onderleggers een vast obstakel.

Tijdelijke plaatselijke regels
Zie het mededelingenbord en de website.

Straf voor overtreding van een plaatselijke regel
Algemene straf.

Waarschuwing!
Het is verboden om af te slaan als er zich personen bevinden op de paden ter linker- en/of ter rechterzijde van de hole.

Welke afslagplaats gebruiken?
Spelers met baanpermissie en spelers die aan TVV (Tijd Voor Vitaliteit) meedoen, spelen van de Oranje gemarkeerde afslagplaatsen.